We keken er een beetje tegenop om onze laatste dagen in Sri Lanka in hoofdstad Colombo te “moeten” spenderen, wat schrik van de drukte in de grote stad en al. Maar eigenlijk viel dat geweldig mee. We vonden een leuk hotel in het centrum van de stad: C1 Colombo Fort. We namen de nachtbus uit Trinco en kwamen al toe om 4.00 uur ‘s nachts. Ik had even op voorhand gemaild met het hotel om te vragen of we een vroege check-in konden krijgen. Gelukkig was onze kamer al beschikbaar mits een kleine opleg, geen probleem op dat uur van de nacht. Oef seg!
Na the Hill Country hadden we weer behoefte om naar de zee te gaan. Eigenlijk is het regenseizoen in het zuiden en is het nu in juni hoogseizoen in het oosten. Trincomalee is the place to be maar helaas niet gemakkelijk te bereiken vanuit Kandy. Er rijden geen rechtstreekse treinen naartoe en ook de bus zagen we niet zitten, dus voor deze keer nemen we een taxi. Duur maar wel efficiënt. Onderweg kom je trouwens de beroemde rotstempels van Dambulla tegen. Onze taxichauffeur wilde er wel even stoppen voor ons maar Timo lag net te slapen en we wilden het mannetje wel zijn rust gunnen. De rit was iets minder dan vier uur.
In het Zuiden van Sri Lanka is het in juni broeierig heet (vermoedelijk ook de rest van het jaar), dus is het fijn dat we nu de bergen in kunnen trekken voor wat koelere lucht. Ella ligt op twee uur rijden van Tissa, dus kunnen we weer een vertrouwde tuk tuk inschakelen om ons naar de bergen te brengen.
Een viertal jaar na onze grote reis naar Zuid-Oost Azië was het serieus aan het kriebelen om nog eens op reis te gaan naar een verre, exotische bestemming. Met ons zoontje Timo zijn we al op vakantie geweest naar Frankrijk en Italië, maar nu hij 2,5 jaar oud is, wilden we het toch wat avontuurlijker aanpakken.